In heel Europa valt de sterk verzwakte fijnspar ten prooi aan de letterzetter, een kevertje dat een ware ravage aanricht. Ook in Limburg zitten eigenaars met afgestorven fijnsparbossen met de handen in het haar. Bosgroep Limburg biedt deze eigenaars een helpende hand met het EHBA project: Eerst Hulp bij Afgestorven Fijnsparren!
Vele kleintjes maken één groot
Ons klimaat verandert met rasse schreden en de gevolgen zijn vandaag al voelbaar in de Limburgse bossen: lange droogteperiodes, bloedhete zomers, heftige stortbuien en stormen. Heel wat boomsoorten hebben het moeilijk maar fijnsparren zijn er het ergst aan toe. Fijnsparbossen werden vaak aangeplant als monocultuur (= één enkele soort), waardoor bij een aantasting het hele bos op korte termijn afsterft.
Hoewel dood hout zeer nuttig is voor de biodiversiteit, is het weinig bruikbaar voor hoogwaardige houtverwerking. In plaats van een opbrengst te ontvangen voor het hout, moeten getroffen privé-boseigenaars betalen om in hun kleinere bossen de bomen te laten kappen. De eerste stap in onze aanpak is dan ook het bundelen van de vele kleine percelen en de (afgestorven) bomen kostenefficiënt te laten kappen.
Bos moet bos blijven
Fijnsparbossen "ontstaan" soms als verwaarloosde aanplanting van kerstbomen op een perceel dat op het gewestplan was ingekleurd als landbouwgrond. Eens deze bomen meer dan 20 jaar oud zijn, wijzigt de bestemming van landbouwgrond naar bos. Vanaf dat moment laat het bosdecreet niet toe dat je je grond een andere bestemming geeft.
Bos moet dus bos blijven. Herbebossen kan door na de kaalkap kunstmatig aan te planten of door natuurlijke verjonging te stimuleren. Omdat getroffen eigenaars vaak al kosten hebben voor het laten kappen van hun bomen, biedt Bosgroep Limburg een oplossing voor de herbebossing.
Leve de verjonging!
In een tweede stap zorgen we snel en zo kosten efficiënt mogelijk voor nieuw bos. Kunstmatig aanplanten is erg duur. De Bosgroep bouwde de laatste jaren de nodige ervaring op in het gebied van "natuurlijke verjonging". Na de kaalkap van het fijnsparbos blijft een dik pak naalden en heel wat takhout achter. Zaden die inwaaien kunnen daardoor moeilijk kiemen en drogen uit.
Door het takhout te verkleinen en oppervlakkig af te schrapen, wordt de minerale bodem vrijgemaakt. Dat zorgt voor een optimaal kiembed.
Het oppervlakkig bewerken van de grond gebeurt met machines als een rooiriek, een loftploeg, een disc-trencher of een kulla (meer informatie over deze machines).
Wil je deze machines aan het werk zien? Bekijk dan een filmpje op YouTube.
Beheer je of ben je eigenaar van een aangetast fijnsparbos en heb je hulp nodig? Contacteer ons, dan bekijken we samen hoe we jou kunnen helpen!